Eveline Lubbers on Wed, 27 Nov 1996 11:00:12 +0200 |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
nettime-nl: europese geheimhouding |
Dit stuk is deze week geweigerd door Vrij Nederland. Omdat het 'meer voor de belanghebbenden was geschreven dat voor de lezers'. Een fijne cryptografische reden. Iemand een suggestie voor waar wel? Eveline Lubbers Rapport over geheimhouding? Sorry, dat is geheim. De Europese Raad van Ministers weigerde een rapport openbaar te maken over....het openbaar maken van documenten. De Europese Unie zou 'doorzichtig' worden beloofden de regeringsleiders in 1992. Om het bestuur dichter bij de burgers te brengen, kwam er een Gedragscode om documenten van de Raad van Europa beter toegankelijk te maken voor het publiek. Na twee jaar werd de praktijk ge%valueerd, door het Secretariaat-Generaal van de Raad van Ministers van de Europese Unie (EU). Dit evaluatierapport was al in juli klaar, maar werd pas eind oktober vrijgegeven - na verschillende verzoeken tot inzage. Aanvankelijk was het verslag als vertrouwelijk geclassificeerd, op verzoek van Frankrijk Sn van Nederland. Groen Links vroeg staatssecretaris Patijn van Buitenlandse Zaken waarom. Het antwoord kwam vorige week per kerende post en laat niets aan duidelijkheid te wensen over. Nederland vindt de toonzetting van dit verslag 'discutabel'. Bovendien bevat het aanbevelingen die 'feitelijk neerkomen op een verdere restrictie van het openbaarheidsregime'. Het liefst had Nederland het rapport binnenskamers ter discussie gesteld, maar na drie maanden bleek openbaar maken onvermijdelijk. Nederland heeft toen bedongen dat duidelijk moest worden gemaakt dat 'het verslag geheel voor rekening van het Secretariaat-Generaal komt' en 'niet de mening van de lidstaten weergeeft.' Het verslag geeft op krap 15 pagina's naast wat statistische analyses een inkijkje in het verloop van verschillende verzoeken tot openbaarheid. In de periode 1994-1995 kreeg de Raad van Ministers 142 aanvragen voor inzage in totaal 443 interne stukken. Het Secretariaat-Generaal moppert over de hoeveelheid werk die de verzoeken opleveren, vooral als de vraag vaag geformuleerd is. De Raad is geneigd om verzoeken om 'alle voorbereidende discussies over een wetsvoorstel X' of 'alle amendementen op Artikel Y' niet in behandeling te nemen. Dat de verzoeker moeilijk gedwongen kan worden meer details te geven als hij niet weet welke stukken beschikbaar zijn, erkent de Raad als een probleem. De vraag om nadere specificatie mag niet overkomen als een weigering tot inzage, adviseert het rapport. Wat het extra moeilijk maakt is dat de Gedragscode betrekking heeft op alle documenten van de Raad (tweemaal onderstreept in het verslag), ook op voorbereidende stukken die helemaal niet tot besluitvorming leiden. Het staat er als een Engels understatement: 'This broad field ... is not without creating difficulties.' Grote overlast bezorgt ook de beroepsprocedure. De tijd en menskracht die ge<nvesteerd moet worden in het raadplegen van experts, ambassadeurs en betrokken ministers is vreselijk uit de hand gelopen. Excessief zelfs, de term komt diverse malen terug. De toegang tot 156 documenten werd tot in laatste instantie geweigerd. De Gedragscode biedt daartoe een vari%teit aan weigeringsgronden bijvoorbeeld een beroep op het algemeen belang, de privacy van betrokkenen of het concurrentiebeding. Maar in bijna de helft van de gevallen werd de inzage simpelweg geweigerd 'om de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen van de Raad te beschermen.' Anders gezegd: een stuk is geheim omdat het al geheim was, en daarom blijft het geheim. Waar dat in de praktijk toe kan leiden ondervond het blad van de Zweedse journalistenvakbond Journalisten. De redactie vroeg in Brussel en in Stockholm twintig documenten op over Europol, het samenwerkingsverband van Europese politiekorpsen. De verhouding tussen de Europese openheid en de veelgeroemde Zweedse wet op de openbaarheid van overheidsdocumenten was snel duidelijk. Achttien van de twintig documenten konden volgens de Zweedse autoriteiten zonder problemen openbaar worden gemaakt. De Europese Raad van Ministers kwam niet verder dan twee, en na protest nog eens twee. Openbaarmaking van de overige zestien zou een bedreiging vormen voor de openbare veiligheid, aldus de Raad. Wat was er zo geheim? Een verzoek van de drugseenheid van Europol om vijf draagbare computers en extra kantoormeubilair zat er bij. Plus verschillende notities over mogelijke uitbreidingen van het mandaat van Europol. En discussiestukken over het recht van de burger om foutieve informatie over henzelf in de Europolcomputer te corrigeren. Omdat iedereen het recht heeft te weten wat Europol van plan is ging de Journalisten bij het Europees Hof van Justitie in beroep tegen de weigering de resterende stukken openbaar te maken. De zaak loopt nog, maar het evaluatierapport neemt alvast een voorschot op de uitspraak. 'De hele Gedragscode zou overbodig worden als iedereen via een overheidsdienst documenten kan krijgen in strijd met beslissingen van de Raad,' stelt het Secretariaat-Generaal. Dat kan zomaar niet. Pikant detail. De Vereniging van Zweedse Onderzoeksjournalisten zette het verweer van de Raad van Ministers op haar website, en dat viel niet goed. De Raad vond het Hof aan haar kant en die dreigde de behandeling van de zaak te staken als de stukken niet van Internet afgehaald zouden worden. Dat de Journalisten niets met deze website van doen had werd het Hof pas duidelijk toen alle verwijzingen naar de Journalistenvakbond (hun logo en de oproep voor financi%le ondersteuning) waren verwijderd. Zo konden de betwiste documenten en het verweer van de Raad -volgens de Zweedse wet openbare stukken- blijven staan. Bij de Raad van Europa hebben ze een hekel aan dit soort mensen. Het evaluatierapport spreekt met nauwelijks verholen irritatie over het probleem van 'aanvragen die als overdreven beschouwd kunnen worden' of leiden tot 'onevenredig hoge kosten'. Pagina negen: 'De aard van sommige verzoeken doet vermoeden dat sprake is van het uittesten van het systeem.' E,n aanvrager was verantwoordelijk voor 14 verzoeken die betrekking hadden op meer dan 150 documenten, dat wil zeggen, onderstreept de nota, meer dan eenderde van het totaal aan documenten van alle andere aanvragers bij elkaar. Dat zou verboden moeten worden, vindt het Secretariaat- Generaal dat de evaluatie opstelde, daar hebben we het geld en de staf niet voor. Mensen zouden voortaan een reden moeten opgeven waarom ze bepaalde documenten willen inzien. 'Manifest overdreven' inzage-verzoeken kunnen dan onder verwijzing naar die motivatie worden geweigerd. Met de frequente verzoeker is Tony Bunyan bedoeld, redacteur van het Engelse burgerrechten bulletin Statewatch. Als er iemand legitieme inzage verzoeken doet, is hij het wel. Alle interne stukken die Bunyan via procedures verkreeg staan samengevat en van commentaar voorzien in Statewatch. Dat levert een uitgebreid overzicht van de inperking van de Europese burger, met name op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken (de zogenaamde 'derde pilaar'). Aan Tony Bunyan zijn de extra barriSres voorgesteld in het evaluatie-rapport niet besteed. Hij kent de tegenwerking uit de praktijk als geen ander en laat zich er niet door weerhouden. 'Het gevecht tegen geheimhouding is geen doel op zich. Het is een middel om beslissingen in de openbaarheid te brengen die iedereen in Europa aangaan.' Om er achter te komen hoe het Europese asielbeleid precies in elkaar zat, vroeg Bunyan 65 documenten op bij de Raad van Ministers. Hij mocht 27 stukken inzien, maar dan moest hij wel naar Brussel komen en zelf opdraaien voor de kopieerkosten. Na een bezwaarschrift werden er nog eens twaalf documenten vrijgegeven. De overige stukken bleven geheim, om de 'nationale posities van de lidstaten te beschermen'. 'Een manier om minderheidsstandpunten in bepaalde discussies binnenskamers te houden,' volgens Bunyan. Een kleine overwinning heeft hij wel behaald. Sinds juni hoeft de Statewatch-redacteur niet meer naar Brussel om vrijgegeven documenten in te zien. 'Nadat ik twee keer naar Belgi% was afgereisd werd duidelijk dat die afschrikkingstaktiek niet werkte. Voortaan krijg ik de stukken thuisgestuurd, met de rekening.' Nederland neemt in de kwestie van de geheimhouding een aparte positie in. Ons land was altijd al tegen de Gedragscode omdat deze is niet in een wet is vastgelegd, en kaartte de zaak aan bij het Europese Hof van Justitie. Voornaamste argument: zaken als openbaarheid van bestuur zijn geen kwestie van interne organisatie van de Raad van Ministers. De uitspraak van het Hof afgelopen zomer ging daar lijnrecht tegenin. Zolang er in de Europese Unie geen wetgeving bestaat over het publieke recht op informatie, moeten de EU-instellingen intern maatregelen treffen om de inzage ordelijk te laten verlopen. Dat deze Gedragscodes juridische consequenties hebben ten opzicht van wetgeving in de verschillende landen doet daar volgens het Hof niets aan af. De Gedragscode bracht de Nederlandse regering in een lastig parket. Met een beroep op 'de bescherming van de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen' zijn in praktijk alle vergadering van de Europese Raad van Ministers besloten. Dat strekt zich uit tot de agenda, de notulen en het stemgedrag van de lidstaten. Maar ook de meeste documenten waarover wordt gediscussieerd zijn niet openbaar en soms worden zelfs de uiteindelijke afspraken tussen regeringen onderling bekend niet gemaakt. Het Nederlandse parlement heeft echter bij de ratificatie van het Verdrag van Schengen een uitzonderingspositie bedongen. De regering niet mag niet instemmen met afspraken in de derde pijler zonder het parlement te consulteren. Daarom krijgen Tweede Kamerleden toch inzage in geheime stukken, zij het op vertrouwelijke basis. Hoe weinig dat in praktijk voorstelt blijkt uit de besluitvorming over Europol, het samenwerkingsverband van Europese politiediensten. Het ontwerp-verdrag was geheim, maar Kamerleden die het mochten inzien hadden zo hun twijfels. Ze stelden harde eisen: er komt geen verdrag en geen uitbreiding van bevoegdheden zolang er geen controlerende rol voor het Europese Hof van Justitie is geregeld. Bovendien moeten burgers toegang hebben tot het Europol databestand om gegevens die over hen zijn opgenomen te kunnen corrigeren. Voor er iets was vastgelegd ging de Europese Drugs Unit (EDU) al van start, als voorloper van Europol. Tachtig mensen doen in Den Haag aan 'informatieuitwisseling en strategische analyse', zonder dat duidelijk is wat daar precies onder valt. De verantwoordelijke ministers beloofden keer op keer dat ze hun poot stijf zouden houden in de Europese Raad voor Justitie en Binnenlandse Zaken. Desalniettemin stemde premier Kok tijdens de Europese Top in 1994 in met uitbreiding van de bevoegdheden. Naast de bestrijding van drugshandel mocht de EDU zich gaan verdiepen in mensensmokkel, illegale immigratie, autodiefstal en nucleaire criminaliteit. Hoe die omslag tot stand is gekomen blijft duister, de notulen van de vergadering zijn immers geheim. Europol is nog steeds niet officieel opgericht. Het verdrag is uiteindelijk vorig jaar zomer getekend; de ratificatie door de verschillende parlementen zal eind 1997 zijn beslag hebben, zo hoopt minister Sorgdrager. De bevoegdheden zijn onlangs wel weer uitgebreid. De voorloper van Europol gaat nu ook de strijd tegen kindermisbruik co"rdineren. Over de rol van het Hof is nog steeds niets geregeld. Het recht op inzage is vooralsnog per land verschillend, afhankelijk van de nationale wetgeving op dat gebied. 'De rol van de parlementen is gereduceerd tot ratificatie. Op de tot stand koming van een verdrag hebben ze geen enkele invloed. Parlementsleden weten nauwelijks was er besproken wordt in Europees verband.' zegt Tony Bunyan. Juist daarom is het zinvol om agenda's en notulen op te vragen, legt hij uit, om inzicht te krijgen in de loop van de besluitvorming. Makkelijk is dat niet. Bunyan: "In februari dit jaar vroeg ik om de notulen van het K4 Comit,, dat het beleid co"rdineert op het gebied van immigratie en asielpolitiek en juridische samenwerking. Ik had gevraagd om de notulen van 14 vergaderingen, en ik kreeg er vijf. De Raad van Ministers onderbouwde die beslissing met het argument dat er sprake was van een "herhaald verzoek", dat bovendien betrekking had op "een zeer groot aantal documenten". Ik had om deze stukken nooit eerder gevraagd, en ik schreef terug dat de Gedragscode slechts de mogelijkheid biedt 'zeer grote documenten' te weigeren, en dat is niet hetzelfde als 'een groot aantal'.' Daarin kreeg Bunyan gelijk. Uit het antwoord op zijn protest bleek verder dat men er van uit ging dat het verzoek om de notulen van het K4 comit, identiek was aan een eerder verzoek om de agenda's van die vergaderingen. En dus bleef de Raad bij haar weigering. Wat in die brief niet stond, was dat de Raad van Ministers ernstig verdeeld was over deze beslissing. De Werkgroep Informatie, waarin de woordvoerders van de 15 permanente vertegenwoordigers zitting hebben, vergaderde vijf uur lang over het inzageverzoek van Bunyan. Zelfs de algemene vergadering van de permanente vertegenwoordigers COREPER, dat de zittingen van De Raad voorbereidt, wijdde twee uur discussie aan de kwestie. De zaak werd tot een testcase over het principe van meer openheid, met Frankrijk, Belgi% en Spanje sterk in de oppositie tegen het opheffen van de geheimhouding. Het voorstel alle notulen vrij te geven werd uiteindelijk met acht tegen zeven verworpen. Vccr waren Denemarken, Ierland, Griekenland, Nederland, Finland, Zweden en Engeland. Hoe hoog de spanningen waren opgelopen bleek uit de nogal ongewone verklaring die Belgi% en Frankrijk uitgaven na de vergadering. 'De inzageverzoeken van de heer Bunyan... gaan in tegen het idee achter de Gedragscode van 1993, ze maken misbruik van het goede vertrouwen van de Raad in haar streven doorzichtiger te zijn' stellen de twee landen in een offici%le door de Raad uitgegeven verklaring. 'Een nogal bevoogdende visie op het inzagerecht' vindt Tony Bunyan, 'het is kennelijk een democratisch recht wat niet te vaak gebruikt moet worden, en al helemaal niet op een regelmatige basis.' Wie de suggesties van het Secretariaat Generaal op een rijtje zet kan niet anders dan concluderen dat het met de 'doorzichtigheid' van de Raad van Ministers somber is gesteld. De termijn van een maand die de Raad heeft om te reageren op een verzoek of een beroepsschrift wil het rapport verdubbelen. Wat betekent dat iemand minstens vier maanden moet wachten op inzage in stukken. Om de 'omslachtige' beroepsprocedures te vereenvoudigen, zou het Secretariaat Generaal de bevoegdheid willen krijgen om op eigen initiatief stukken voor inzage vrij te geven. Met dien verstande dat het daarbij gaat om een beperkte categorie van documenten, met betrekking tot reeds afgesloten dossiers, die na een nader te bepalen termijn openbaar zouden kunnen worden. De onderwerpen buitenlandse politiek en criminaliteitsbestrijding zijn bij voorbaat van zo'n regeling uitgesloten. Stukken met informatie over juridische procedures waarin de Raad betrokken is, worden per definitie geweigerd; het Secretariaat wil dat duidelijker in de betreffende bepaling van de Gedragscode. In het evaluatieverslag is ,,n voorstel te vinden die bijdraagt tot een transparantere inzageprocedure en die is dan ook heel voorzichtig geformuleerd. 'De mogelijkheid om te komen tot een register van Raadsdocumenten zou in overweging genomen kunnen worden.' Staatssecretaris Patijn heeft in antwoord op vragen van Groen Links beloofd dat de regering zich hard gaat maken voor zo'n register. Nederland zal zich verzetten tegen verdere restrictie van het openbaarheidsregime. Vooral de eis van een motivatie voor de aanvraag als extra weigeringsgrond, valt bij de staatssecretaris niet in goede aarde. 'Iedere burger heeft het recht om een inzageverzoek te doen, zonder daarvoor een speciale reden op te geven', zegt Ton Beers, docent recht en bestuurskunde aan de Universiteit Brabant, 'dat is een fundamenteel beginsel in alle Europese inzageprocedures, en zelfs daarbuiten.' Beers heeft het Rapport van de Raad van Ministers met stijgende verbazing gelezen. 'De voorstellen van het Secretariaat Generaal staan haaks op de algemene tendens naar meer openheid. In plaats van verlenging van de termijn zou men kunnen denken over de vereenvoudiging van de procedure. Vijftien landen laten beslissen over de openbaarmaking van een stuk blijft een omslachtige werkwijze.' De overheid is verplicht informatie in elektronische vorm te verstrekken aan iedereen die daar om vraagt, schreef het Rathenau Instituut in een afgelopen week gepresenteerd advies aan het Nederlandse parlement. Ton Beers werkte mee aan dit advies. 'Internet zou niet alleen een uitkomst zijn voor het voorgestelde register van Raadsdocumenten,' zegt hij, 'ook voor de inzage van Europese documenten kan het een oplossing bieden.' Elektronische documenten zijn in verhouding tot papieren stukken met behulp van de computer makkelijker te doorzoeken en goedkoper te verstrekken. 'Ik vrees alleen dat het zover nog niet is. Daarvoor moet er nog veel veranderen in de cultuur van de ambtenaren die de Gedragscodes uitvoeren.' In het Maastricht-II Verdrag moeten opnieuw garanties komen over openheid en doorzichtigheid van de Europese Unie. Zweden wil verder gaan en het recht op toegang tot documenten met een verplichting tot het verstrekken van informatie opnemen in het Verdrag van de Europese Unie. Dit voorstel zal op de komende Intergouvernementele Top besproken worden. Of het snel zal komen tot openbaarheidswetgeving op Europees niveau hangt af van de uitspraak van het Europees hof in de Zweedse Europol-zaak. In een vergelijkbare WOB-procedure oordeelde de Raad van State dat de Europese Gedragscodes openbaarmaking van stukken in Nederland kunnen verhinderen. De Zweedse autoriteiten daarentegen stellen hun eigen openbaarheidswetgeving boven de Europese regelingen. Als het Europese Hof dat goedkeurt, is de Europese Unie gedwongen op korte termijn maatregelen te treffen. Tony Bunyan wil zolang niet wachten. Hij stapt deze week naar de Europese Ombudsman met vijf klachten over de inzageprocedure van de Raad van Ministers. De weigering documenten te verstrekken is volgens Statewatch vaak onvoldoende gemotiveerd en terug te voeren op oneerlijke behandeling, gebrek aan informatie en misbruik van macht. Bovendien werden door administratieve slordigheden, mogelijk illegaal, documenten van historische waarde voortijdig vernietigd. De strijd tegen de ambtelijke geheimhouding houdt nooit op. Met dank aan Jelle van Buuren. Informatie op Internet over de Zweedse Europolzaak http://www.jmk.su.se/dig/jour-vs-eu/euindex-html Statewatch doorzoekbare database http://www.poptel.org.uk/statewatch/ -- * Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder * toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist * over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de * tekst v/d email. Archief: http://www.v2.nl/nettime-nl. Contact: * nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.