Josephine Bosma on Fri, 28 Nov 1997 17:18:18 +0100 (MET) |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
nettime-nl: P2P: interview edit Elly Plooij van Gorsel |
Hier is een ruwe vertaling van een deel wat ik voor Telepolis schreef over P2P. Als het goed is alles in engels en duits te vinden op http://www.heise.de/tp/ . Het is geen meesterwerk, maar geeft toch een indruk van de verschillen en eventuele overbruggingen tussen de genodigden van EU kant en van de nieuwe media kunst sector. * Elly Plooij- van Gorsel is een nederlands lid van het Europees Parlement. In het parlement is ze verantwoordelijk voor research en technologische ontwikkeling (research and technological development). Ze schreef verschillende rapporten voor het parlement over informatie en communicatie technologie, enkel om het debat binnen het parlement te stimuleren en ook voor het helpen ontwikkelen van de strategie die hiervoor ontwikkelt dient te worden in de EU. Sinds 1994 zit ze in het parlement. Het lijkt erop dat er in de politiek die Elly Plooij-van Gorsel en de EU bedrijven over het algemeen een grotere nadruk gelegd wordt op de industriele toepasbaarheid van kunst en design, dan op een meer sociale, filosofische of meer algemene waarde van kunst voor cultuur in alle lagen van onze samenleving. Elly Plooij van Gorsel: "We proberen erop toe te zien dat Europa in zijn geheel, de hele Europese Unie, de ontwikkelingen in de rest van de wereld bijhoudt. Wat we doen: we hebben een programma voor technologische ontwikkeling waar bedrijven, instituten, onderzoekscentra, grote en kleine ondernemingen van kunnen profiteren, als ze over grenzen samenwerken in Europa. Wat dit programma doet is stimuleren van corporaties binnen Europa op het terrein van research en technologie. Bedrijven, en ook instituten, die nooit samen hebben gewerkt, werken nu samen door middel van subsidies van Europa op dit gebied." Binnen de technische culturele sferen die het Virtueel Platform heeft getracht te representeren tijdens P2P, zijn dit soort samenwerkingen en corporaties gewoon, en worden ze met gemak gerealiseerd. De flexibele en hybride manier van werken in de nieuwe media cultuur is slechts een van de zaken waar deze cultuur voor gewaardeerd en ondersteund zou moeten worden. Het erkennen van de wisselwerking tussen 'Cultuur' (waarvan ook nieuwe media kunst, -theorie en -design een belangrijk, maar door hun 'aard' minder zichtbaar deel van uit maken), en het ontwikkelen van de economie en van sociale aspecten van onze maatschappij en politiek is voor sommige individuele politici misschien gerealiseerd, we kunnen met zekerheid stellen dat het nog geen plaats op een grotere politieke agenda heeft gevonden. Elly Plooij-van Gorsel lijkt zich bewust van deze wisselwerking: "Als politicus will je weten waar dit allemaal heen gaat. Misschien is het bekend dat politici geen trendsetters zijn, ze vormen geen voorhoede. We moeten dus van de mensen die hier aanwezig zijn horen waar dit allemaal toe leidt. Tijdens de conferentie werd al gezegd: dit soort conferenties en evenementen zijn een soort 'policymaking', want het beinvloed ons, het beinvloed onze beslissingen. Dat is belangrijk denk ik." De P2P conferentie had als ondertitel: naar een europese mediacultuur. John Thackara, directeur van het Nederlands Vormgevingsinstituut, maakte een opmerking over een van de hardnekkigste amerikaanse veronderstellingen: dat Europa achter loopt, omdat het electronische commercie zoals die zich in de States manifesteert, niet omhelst. Het zou wel eens noodzakelijk kunnen zijn de specifieke kwaliteiten van de cultuur van een maatschappij te benadrukken, die minder zwaar door het kapitaal beinvloed wordt. Elly Plooij-van Gorsel zegt dit over de positie van de EU ten opzichte van europese cultuur: "In Europa hebben we een schitterende diversiviteit in cultuur, vanuit alle verschillende regio's. Niet alleen de lid-staten, maar ook regio's hebben verschillende culturen. Het is van cruciaal belang dat we deze diversiviteit en variatie behouden, maar dit met geld alleen stimuleren is moeilijk. Wat bijvoorbeeld vanuit Frankrijk vaak te horen is, is dat we regels zouden moeten maken die zorgen dat slechts vijftig procent van het internet dat in Europa binnenkomt van amerikaanse makelij is. Dan denk ik: "Ze hebben geen idee wat het internet is...", want hoe kun je de hoeveelheid europese of amerikaanse websites op het internet beperken? Dat is natuurlijk onmogelijk. (...) Het europees parlement heeft, samen met de commissie, programma's gemaakt en we hebben bijvoorbeeld projecten voor culturele programma's van waaruit europese filmmakers gestimuleerd kunnen worden nieuwe films te maken. Je weet dat subsidies niet altijd het beste zijn om goede kwaliteit te stimuleren, maar wat we kunnen doen is goede opleidingsinstituten en educatie op het gebied van film, video en media technologie. Op die manier kan Europa bijdragen europese cultuur te behouden en duurzaam te maken en het europese parlement speelt een belangrijke rol in besluitvorming. Daar kunnen we onze bijdrage leveren." Er werden op het symposium wat zorgen uitgesproken over het voortdurend de nadruk leggen op de economische effectiviteit van design en kunst, die belangrijker leek te zijn dan culturele praktijk op meer 'onpraktisch' niveau. Zullen europese subsidie- gevers oog hebben voor dit aspect van cultuur? Elly Plooij-van Gorsel: "Een van de dingen waar ik op moet toezien is dat meer mensen werk krijgen. Dat kan alleen gerealiseerd worden door het creeren van banen in kleine en grotere bedrijven, dus: de industrie." Voor minder bruikbare zaken als kunst zijn andere fondsen en programma's beschikbaar, waarop individuele personen en instituten zich kunnen richten. Wat jammer is aan deze gedachten- gang is dat een strikte verdeling van kunst in aan de ene kant als zijnde van puur immaterieel belang of aan de andere kant als zijnde van ondersteunende en creatieve waarde voor de ontwikkeling van de industrie, deze sector verkeerd beoordeeld. Ook in de niet direkt commerciele sector worden banen gecreeerd, niet commerciele banen weliswaar die slechter betaald worden, maar niettemin banen waarin mensen werken, in hun levensonderhoud voorzien, en vaardigheden en competentie vergaren. Rond de tien procent van de werkenden hebben niet direkt commerciele banen en dit is een belangrijk deel van de arbeidsmarkt. Het grootste gedeelte van het nieuwe media culturele vakgebied heeft een onvrijwillig onzichtbaar leven geleden, met uitzondering van wat grote instituten en festivals, door het gebrek aan uitwisseling tussen oude en nieuwe media als belangrijkste reden in mijn opinie. Er is nauwelijks serieuze verslaggeving van ontwikkelingen in de nieuwe media in kranten, tijdschriften of radio en televisie programma's. Culturele ontwikkelingen, in kunst, theorie of design binnen nieuwe media worden nog minder bediscussieerd of gerapporteerd. Het is daarom niet verwonderlijk, maar niettemin nog altijd geen goed nieuws, dat de meeste van de uitgenodigde groepen van de p2p conferentie onbekend waren voor de betrokken politici. Ook Elly Plooij-van Gorsel kende de meeste niet. Ze zou de dag na ons korte gesprek de tijd nemen op de open dag rond te kijken, op de verschillende locaties waar diverse initiatieven werden gepresenteerd. Ik vroeg haar of wat ze te zien zou krijgen haar zou beinvloeden wat betreft wie wel en wie niet te subsidieeren. Elly Plooij-van Gorsel: "Ik ben diegene in het parlement die bepaalde programma's kan 'adopteren', maar vanaf dat moment is er de Europese Commissie die als uitvoerend lichaam de groepen selecteert die gesubsidieerd zullen worden. Dat vind ik goed: er moet geen vervloeiing/samengaan van functies zijn. Als politicus mag je niet verantwoordelijk zijn voor tegelijkertijd de programma's die je creeert en voor wie daar later van gaat profiteren. Maar wat betreft hoe deze programma's opgezet worden, en dit is natuurlijk belangrijk, zal ik goed kijken hoe de verschillende programma's binnen de sleutel-acties opgezet worden, zodat organisaties die ik hier heb gezien waarvan ik denk: "Dit is een goede zaak".., ook gesubsidieerd kunnen worden vanuit deze programma's." Wat betrefd het probleem hoe de EU subsidie-programma's binnen te komen als hybride organisatie, kon ze niet echt een duidelijk antwoord geven: "Zolang er een plek is waar je heen kan gaan als subsidieerende organisatie, is er geen probleem. Anders wel. Dit is dus moeilijk te beantwoorden. Maar in het "Fifth Framework Programme", dat januari 1999 start is in een vereenvoudiging van het aanbieden van en het transparanter maken van procedures voorzien. Het lijkt er dus op dat er veranderingen komen." Philip Aigrain zei tijdens het symposium: "Het coordineren van projecten en samenwerkingen is waar de EU kan helpen." Het lijkt erop dat dat iets is waar het Virtueel Platform en de genodigden al in geslaagd zijn. * -- * Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder * toestemming. <nettime-nl> is een gesloten en gemodereerde mailinglist * over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de * tekst v/d email. Archief: http://www.factory.org/nettime-nl. Contact: * nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.