Onderstaand artikel is morgen te vinden in nieuwste nummer van Ravage.
Het norduurt voort op zaken die ik hier al eerder geventileerd heb, maar
vanwege allerlei nieuwe aspecten toch jullie niet wil
onthouden.
Het artikel is sinds vannacht ook te vinden op:
Internetprovider Xs4all, voortkomend uit Hacktic-kringen, dé
provider voor alternatief en aktievoerend Nederland, overgenomen door dé
machthebber op het gebied van infrastructuur, KPN, daar werden we 18
december j.l. even stil van.
En het bleef betrekkelijk stil. Afgezien van een aantal krantenartikelen
en hier en daar op Internet wat voorzichtige discussies zijn er weinig
woorden vuil gemaakt aan deze overname.
Daarom 15 januari op het congres dat De Digitale Stad hield t.g.v. hun
5-jarig bestaan nog maar eens wat meningen gevraagd;
Francisco van Jole, de Internetjournalist die zo vaak z'n mening mag
ventileren bij allerlei tv-programma's over Internet dat hij een manager
in dienst heeft genomen: "Verbaasd? Nee, eerder verbaasd dat het
niet drie jaar eerder is gebeurd".
Felipe Rodriquez, oprichter van Xs4all die bij de overname zijn ruime 50
% van de aandelen overdeed: "Xs4all is inmiddels een groot bedrijf
met bijna 100 werknemers. Dan moet je ook aan hun belang gaan denken. Dan
kun je geen risico's meer nemen door allerlei rechtszaken e.d. te voeren.
Dat moet dan op een andere manier".
Hebben we hier dan simpelweg te maken met het oude verhaal dat je klein
moet blijven om niet in handen te vallen van grote bedrijven?
Dan heeft Francisco gelijk, want groot worden lag al besloten in de
doelstelling van deze Nederlandse Internetprovider van het eerste uur.
Zoveel mogelijk mensen toegang tot Internet willen verschaffen, lag al
besloten in de naam. Het betekent ook: steeds opnieuw investeren.
Computers en computertechnologie verouderen snel. Waar elk snel groeiend
bedrijf te maken krijgt met snel opvolgende investeringen, geldt dat nog
sterker voor Internet-ondernemingen. Wil je als Internetprovider je
klanten goed blijven bedienen, moet je in hoog tempo software en
apparatuur upgraden, je aanpassen aan nieuwe technologieën.
Xs4all kon starten dankzij privé-kapitaal van Rodriquez, maar sloot al
een paar jaar geleden de eerste leningen af bij de ING-bank. Een
onvermijdelijke stap, wilde Xs4all het ontwikkelingstempo kunnen
bijbenen.
Al bij de doorbraak van Internet in Nederland in '94 was de verwachting
dat Internetproviders en Telecombedrijven elkaars natuurlijke partners
zouden blijken.
Planet Internet en WorldAccess waren van begin af aan eigendom van
KPN, Nlnet werd UU-net , in november '98 werd Euronet overgenomen
door France Telecom.
Einde verhaal?
De gebruikers van Xs4all kregen -hoogst zeldzaam- 18 december een brief
waarin directeur Wilbert Stikkelbroeck zijn best doet uit te leggen dat
het bedrijf de huidige kritische rol blijft vervullen in maatschappelijke
discussies op het gebied van Internet. "..een eigenwijze organisatie
met een eigenzinnig beleid, nadrukkelijk een onafhankelijke dochter van
KPN Telecom".
Niet in de brief staat dat het bij deze (min of meer?) zelfstandige
bedrijfsvoering gaat om een periode van drie jaar, langer is hoogst
waarschijnlijk niet mogelijk. Zou er tegen die tijd nog wel iemand bij
Xs4all werken die dat nog zou willen?.
Betekent dat dat we allemaal nog maximaal 3 jaar hebben om om te zien
naar een andere provider?
Of betekent dat iets anders?
Bijvoorbeeld dat we misschien toe zijn aan andere termen dan die Sakhra
-l'Assal (een alias) bezigde in de mailinglist nettime-nl:
>>Het verbaast me alleen een beetje plotsklaps in jubelende termen
te horen
>spreken over de vele mogelijkheden die een fusie tussen 's lands
grootste
>onafhankelijke provider & een van 's landsch grootste
kapitalistische
>ondernemingen zou bieden. Sinds wanneer verwacht de
undergroundgemeenschap
>(net-based of anderszins) gered te worden door het grootkapitaal?
Met de val van de Berlijnse muur en het daaraan gekoppelde
(veronderstelde?) failliet van het communisme, was de term grootkapitaal
al in onbruik aan het raken. Links en rechts in de politiek zijn al
jaren niet meer echt geldige definities.
Virtuele underground
En underground?
Is er op het net eigenlijk wel ooit sprake geweest van een
undergroundgemeenschap? Wordt de term underground wellicht verward met de
kick van het pionieren, de natuurlijke hulpvaardigheid en solidariteit
van mensen die met elkaar voor nieuwe uitdagingen staan? Maakt niet uit
hoe, als het doel, Internet voor iedereen, maar bereikt wordt?
De meeste techneuten van de eerste uren van Internet die verondersteld
worden/werden bij de virtuele underground te horen, hebben inmiddels dik
betaalde banen bij doorgaans datzelfde grootkapitaal.
De meest verstokte Internet-ideologen van het eerste uur riepen toen al
dat je niet te beroerd moest zijn om de grote bedrijven te laten dokken
voor je idealen en ze advertentieruimte en andere sponsoringen moest zien
te verkopen. Wie op Internet maakt zich nog druk om wie er
adverteert? Als er maar wordt geadverteerd, want zolang iedereen verwacht
dat inhoud (content) gratis moet zijn op Internet, zijn dat de enige
inkomsten die aan de Internetdienst zelf te verdienen zijn. Andere
inkomsten zijn doorgaans gelieerd aan andere media.
Gratis Internet
Op het DDS-congres waren dan ook veel geluiden te horen dat het
einde van de gratis Internetdiensten in zicht is.
En toch was vrijwel iedereen die werd gevraagd naar toekomstige
ontwikkelingen van het Internet ronduit optimistisch.
"Internettoegang wordt gratis", "We worden
allemaal steeds slimmer", "Het grootkapitaal is niet meer
dan het gevolg van grootschaligheid en wordt op allerlei manier
gecontroleerd", "De particuliere gebruikers zullen de toon van
Internet blijven bepalen" en "Bedrijven zullen het verliezen
van het particulier initiatief".
Als je deze verwachtingen met elkaar in verbinding kunt blijven brengen,
ja, wellicht.
Wie nu een homepage (de gratis ruimte voor eigen Internetpagina's die je
krijgt bij je account bij elke provider, tegenwoordig al oplopend tot 15
MB) heeft die veel bezoekers trekt, loopt het risico van z'n
provider te horen te krijgen dat het niet meer kan op die basis en dat je
een 'echte' website zult moeten nemen. Dat kost je thans toch al snel
minstens 300 gulden per maand. Wordt het dan nog te druk naar de zin van
de meeste providers, krijg je ook te maken met traffickosten, dan betaal
je dus voor het aantal bezoekers dat je krijgt. E.e.a. betekent al
gauw dat je niet meer zomaar leuke pagina's kan maken, maar dat je een
economisch plaatje moet gaan maken bij de web-activiteiten. Op z'n minst
een sponsor zult moeten zoeken. Lost dat probleem zich op als Internet
gratis wordt? Misschien. Maar wat worden dan de kosten voor andere
aspecten dan de diskruimte en de traffickosten?
Xs4all liep als provider voorop om contentmakers die de kosten van een
website niet konden opbrengen, te sponsoren. Daar zijn nog steeds weinig
alternatieven voor.
Navigatie is DE business
Zoals de ontwikkelingen van content nu gaan, is duidelijk dat het
Internet toch beheerst gaat worden door de grote spelers. Zoals
Telecombedrijven voor accessproviders de natuurlijk partners blijken, zo
zijn hoogst waarschijnlijk de grote uitgevers en omroepbedrijven de
natuurlijke partners van -nu nog- onafhankelijke content-providers. Een
vertegenwoordiger van NOB riep enthousiast bij het DDS-congres
"Navigatie is THE Business".
Maar dat wisten de Internet-techneuten van het eerste uur ook al en heeft
voor allerlei soorten zoekmachines gezorgd. Zonder welke je niet zo
makkelijk meer iets zou kunnen vinden op het net. Maar de grote
zoekmachines gaan al naar de beurzen.
En de volgorde waarmee antwoorden op je zoekvraag door de zoekmachines
gepresenteerd worden , worden meer en meer bepaald door sponsors en
andere financieel belanghebbenden.
Navigatie The Business?
Ja, daarom werden er 'intelligent agents' uitgevonden. Maar deze
zoekhulpen die je voor je kunt laten zoeken terwijl je slaapt
desnoods, zijn ook beïnvloedbaar door allerlei andere software en
filteren steeds vaker meer uit dan je lief is.
Navigatie The Business?
Ja, daarom maakt al een tijdje het begrip 'Portal' opgang. Plekken op het
Internet die zgn. bedoeld zijn als handige 'schakelpunten' van content,
maar in werkelijkheid erop uit zijn zoveel mogelijk gebruikers te trekken
t.b.v. advertentieinkomsten en je als gebruiker zoveel mogelijk aan zich
te binden.
En niet alleen portals.. Ook frames en javascriptjes enz. binden je aan
allerlei plaatsen. Je ziet het als je aan het surfen bent aan de meerdere
versies die er van je browser op je statusbalk blijken te ontstaan. Soms
is het nog een hele kunst om weg, c.q. terug te komen.
De optimistische toekomstverwachtingen worden niet door iedereen gedeeld.
Zijn die enkelingen doom-denkers?
Het zijn niet de eerste de besten die kritische geluiden laten
horen.
Netactivist Geert Lovink bijvoorbeeld desgevraagd: "Nee, ik ben er
niet zeker van dat de vrijheid van content gewaarborgd
blijft".
Of Marleen Stikker, oprichterster van DDS en thans directeur van de
Maatschappij voor Oude en Nieuwe media: "Volgens mij is er te weinig
wantrouwen"
Vrije markt
Ter gelegenheid van het online gaan van de VPRO vond in 1994 een
symposium plaats in het Utrechtse Academiegebouw. De discussies daar
gingen over het voorkomen van monopolies op het gebied van de
Internettoegang.
'Dat monopolie dat u zegt te willen voorkomen is er allang' zei ik
toen.
'In de vorm van de bedrijven die de kabels, de telefoontechniek in handen
hebben'.
En ook al is de Opta bezig daar enige marktwerking te garanderen,
het heeft niet kunnen voorkomen dat Internet een poot is geworden van
diezelfde Telecombedrijven. Sterker nog, dataverkeer is voor de
Telecombedrijven al belangrijker dan spraaktelefonie.
Over de consequenties van de 'vrije marktwerking' m.b.t. uitgevers wordt
m.i. nog helemaal te weinig nagedacht.
Zoals in de Senaatszaal van het Academiegebouw al de kaarten geschud
bleken, zijn we nog maar een haarbreed verwijderd van vergelijkbare
uitspraken over wie straks de eigenaren van content zijn.
In Nederland zijn de kaarten al bijna geschud.
En gaat het straks (?) vooral om grote uitgevers als PCM, Weekbladpers,
NOB en VNU.
Om het over de andere partijen die al in handen zijn van
internationale
ondernemingen nog maar niet te hebben
Wie digitaal wil uitgeven heeft niet alleen te maken met de kosten van
websites en dataverkeer. Zelfs als die gratis zouden worden, heb je voor
tal van toepassingen software nodig. Software die steeds zeldzamer door
een persoon in de vrije uurtjes kan worden geschreven. Software die
steeds zeldzamer nog als free- of shareware te verkrijgen valt. Software
die steeds meer bepaald wordt door grote partijen.
Wie niet alleen voor eigen parochie preekt, heeft al snel zware
applicaties nodig waar flinke prijskaartjes aan hangen.
En dan hebben we het nog niet eens over arbeidsloon van mensen die
schrijven, tekenen, geluid- en en beeld maken.
Ooit zorgde de 'netiquette' voor solidariteit met mensen wiens website
(te) druk bezocht werd door de site zoveel mogelijk te kopieren.
Hielpen hackers met software die afrekende met beperkingen.
Ooit leek Internet HET vrije medium waar iedereen zijn eigen
tijdschriftje of omroep kon beginnen.
Maar wie dat wil moet veel kennis hebben van vele terreinen. De echte
kennis wordt voor dure tarieven ingehuurd door grote marktpartijen.
Als solidariteit niet volledig ten prooi wil vallen aan marktwerking, is
het de hoogste tijd dat kleine contentpartijen de handen ineen
slaan.
NoPapers Finance Liga
--
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet toegestaan zonder
* toestemming. is een gesloten en gemodereerde mailinglist
* over net-kritiek. Meer info: list@dds.nl met 'info nettime-nl' in de
* tekst v/d email. Archief: http://www.factory.org/nettime-nl. Contact:
* nettime-nl-owner@dds.nl. Int. editie: http://www.desk.nl/~nettime.